Het huidige drugsbeleid werkt niet. Het kost bakken met geld, terwijl drugs goedkoper en makkelijker te krijgen zijn dan ooit. Ondertussen is er geen voorlichting, worden zorgen over het beleid genegeerd en houdt symboolpolitiek echte oplossingen tegen. Stop deze drugsparanoia. Start beter drugsbeleid.

Daarom

11 redenen voor een beter drugsbeleid

1.

Verbieden werkt niet

Het drugsbeleid is de afgelopen decennia steeds harder en repressiever geworden. Wat heeft deze aanpak opgeleverd? Drugs zijn overal verkrijgbaar en drugs zijn goedkoper dan ooit. Of je nu voor of tegen bent, dit beleid werkt niet. Wij roepen op tot een realistische, open dialoog.

Bron: Trimbos, United Nations Office on Drugs and Crime, Stichting Maatschappij en Veiligheid, Manifest voor een realistisch drugsbeleid

2.

Drugsbestrijding is duur

Drugsbestrijding kost zeker de helft van de capaciteit van politie en justitie en driekwart van de grote rechercheonderzoeken is erop gericht. Zelfs met een conservatieve schatting zijn de kosten 4,5 miljard euro per jaar, en daar zitten de kosten van criminaliteit voor de samenleving nog niet bij. Dat geld kun je beter stoppen in voorlichting en hulpverlening voor de enkeling die zich niet onder controle heeft.

Bron: Tijdschrift voor Politie

3.

Regulering levert geld op

Legalisering scheelt niet alleen de kosten van handhaving, het leidt ook tot inkomsten. Er kan belasting op drugs worden geheven: schattingen lopen uiteen van 260 tot 1600 miljoen euro. Een deel hiervan gaat naar kwaliteitscontroles en voorlichting, de rest naar scholen, ziekenhuizen, culturele instellingen… noem het maar!

Bron: Ministerie van Financiën, De Correspondent

4.

Medische innovatie wordt tegengehouden

Het huidige drugsbeleid houdt medische innovatie tegen. Psychoactieve stoffen worden steeds vaker ingezet als onderdeel van therapie, met succes. Een drugsverbod zou dit tegenhouden. Tegelijkertijd helpt een verbod niet om de productie van ongewenste stoffen tegen te gaan. Het aantal nieuwe stoffen is onuitputtelijk, dus er valt altijd wel een loophole te vinden. Het RIVM waarschuwde nadrukkelijk tegen de huidige aanpak, maar dit advies wordt moedwillig genegeerd.

Bron: University of Chicago, RIVM

5.

Gebruikers zijn geen criminelen

Het is een misvatting dat je met harde hand drugscriminaliteit kunt uitroeien, want de vraag blijft bestaan. Het is als seks verbieden, omdat mensen een SOA kunnen krijgen. 23,4% van de Nederlanders heeft weleens drugs gebruikt. Dat zijn ruim 4 miljoen mensen. 9,1% gebruikte in 2019, ruim 1,5 miljoen. Moeten we die allemaal het label ‘abnormaal’ geven? Zijn dat allemaal criminelen?

Bron: CBS, Nationale Drug Monitor

6.

Een drugsverbod is symboolpolitiek

Verreweg de meeste gebruikers gaan bewust om met hun drugsgebruik. Zij kiezen voor een pilletje, zoals je kunt kiezen om alcohol te drinken: op een verantwoorde manier. Het huidige, repressieve beleid is er niet om hen te beschermen, maar om te laten zien hoe stoer de politiek is.

Bron: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen

7.

Drugs zijn niet het echte probleem

Sinds kort wijst de politiek graag met de vinger naar de gebruiker. Die houdt zogenaamd een crimineel circuit in stand. Maar het is het verbod dat dat in stand houdt, niet de gebruiker. Natuurlijk trekt een illegale markt grote criminelen. Er valt immers wat te verdienen en vuile handen hebben ze toch al. Anderen worden de drugswereld ingezogen wegens slechte leefomstandigheden. Dat zijn de echte problemen, niet de drugs.

Bron: OneWorld, Het Parool

8.

Chemisch afval moet worden aangepakt

De productie van drugs levert chemisch afval op. Nu wordt dat vaak gedumpt in de natuur, omdat de stoffen illegaal zijn. Planten en dieren ervaren de gevolgen en het komt in ons grondwater terecht. Opruimen van dit afval kost 2 à 3 miljoen euro per jaar. Bij legalisering kan de afvalstroom gereguleerd worden. Schadelijke stoffen worden op een nette manier verwerkt, net als in de medicijnindustrie.

Bron: NOS, Openbaar Bestuur

9.

De volksgezondheid wordt bedreigd

Volgens de politiek verbetert een verbod op drugs de volksgezondheid. Het tegendeel is waar. Een pil wordt pas populair wordt als die als veilig en kwalitatief wordt gezien. De markt reinigt zichzelf van producten met vervelende bijwerkingen. Bovendien zijn er grote verschillen in de effecten en bijwerkingen van drugs. Bij legalisering kunnen er eisen gesteld worden aan productie, verkoop en gebruik: bijvoorbeeld met een ‘drugspas’, leeftijdsgrens of een maximumpercentage werkende stof. Zijn drugs illegaal, dan gebeurt de verkoop op straat. Naar de kwaliteit moeten gebruikers gissen. Dat is niet alleen vervelend, dat is gevaarlijk.

Bron: Ministerie van VWS

10.

Niet alle drugs zijn hetzelfde

Cocaïne is een heel andere drug dan XTC en XTC is weer heel anders dan LSD. Het gevoel dat de drug oproept, de verslavingsgevoeligheid, de bijwerkingen – ze zijn als chocola, chips en olijven: allemaal lekkere snacks, maar verder totaal verschillend. Toch scheert het huidige beleid ze allemaal over één kam. Dit is niet logisch en niet eerlijk.

Bron: RIVM

11.

Wij hebben het recht om te kiezen

Ten slotte is er de ideologische vraag: waarom bepaalt de politiek dat wij geen drugs mogen gebruiken? Er vallen veel meer slachtoffers door tabak- of alcoholgebruik dan door drugsgebruik. In een auto stappen is nóg gevaarlijker. Je doet niemand kwaad met af en toe een pilletje nemen. Daar moet je voor kunnen kiezen.

Bron: Jellinek, De Correspondent